Minister trekt geld uit voor aanpak 'dodenwegen'

"Ik ben zeker positief dat de minister begrip toont voor de gevaarlijke situatie", reageert CDA-Kamerlid Maurits von Martels. Hij diende eind vorig jaar samen met Kamerleden van de VVD en ChristenUnie een motie in, om de N50 sneller te verbreden. "Maar of 50 miljoen euro voldoende is? We weten allemaal dat geld nooit toereikend is. Er is nog veel werk te verzetten."

Ook gedeputeerde Bert Boerman is gematigd positief. “Het is goed dat de rijksoverheid investeert in de verkeersveiligheid op de N-wegen. Daar is verkeersveiligheidsaanpak absoluut noodzakelijk. Als we kijken naar het grote aantal ongevallen, moeten we daar iets doen”, zegt hij op Radio 1. 

Om de wegen op korte termijn veiliger te maken, worden bermen aangepakt door bijvoorbeeld bomen weg te halen of af te schermen met een vangrail.

Boerman: "Er is veel geld nodig om op lange termijn die veiligheid te borgen. Maar met deze middelen kunnen we in ieder geval een eerste stap maken. Dan moet je denken aan bermverharding en middengeleiders. Dat zal de verkeersveiligheid dienen."

De helft van het beschikbare geld gaat naar rijks-N-wegen, zoals de N35, N36 en de N50, waarvoor het Rijk zelf als wegbeheerder verantwoordelijk is.

"Op alle drie zijn de afgelopen jaren meerdere dodelijke ongevallen gebeurd. Dus die verkeersveiligheid kan echt wel een impuls gebruiken", zegt Boerman.

De overige 25 miljoen euro wordt als cofinanciering beschikbaar gesteld aan provincies. Het Rijk betaalt een kwart van de kosten. Het geld wordt verdeeld op basis van de lengte van het N-wegennet per provincie. 

Boerman: "Op onze provinciale wegen zijn wij zelf al flink aan het investeren. Dit is een hele welkome stimulans om daar fors op te blijven doorzetten."

Von Martels hamert er op, dat naast verbeteringen aan N-wegen, ook de gemeentelijke wegen aandacht verdienen. "Daar ligt een belangrijke taak voor gemeenten weggelegd."